07-03-2022

Ontslag tijdens de proeftijd: mag dat?

Tijdens de proefperiode mogen zowel de werkgever als de werknemer het contract per direct stopzetten. Beide partijen hoeven geen rekening te houden met de wettelijke opzegtermijn. Er geldt voor ontslag in de proefperiode ook geen preventieve toets door het UWV of de kantonrechter. Ook hoeft een werkgever niet te kijken naar herplaatsing binnen de organisatie. Een, tijdens de proeftijd, ontslagen werknemer heeft dus (meestal) geen recht op een WW-uitkering.

Als een medewerker zelf ontslag neemt tijdens de proefperiode, heeft deze geen recht op een WW-uitkering. Als de medewerker wordt ontslagen tijdens de proefperiode, dan heeft deze soms recht op een WW-uitkering. De medewerker dient de werkgever dan wel te vragen om een schriftelijke verklaring met de reden van ontslag. Daaruit moet blijken dat het ontslag niet de schuld is van de werknemer, bijvoorbeeld omdat deze altijd te laat is. Als dat blijkt uit de schriftelijke verklaring, kan er soms alsnog een WW-uitkering worden toegekend.

Zegt de werknemer of de werkgever het contract binnen de proeftijd op? Dan moet degene die opzegt de reden schriftelijk aangeven als de andere partij daar om vraagt.

Let op: een werkgever mag niet discrimineren. Een werknemer mag niet ontslagen worden tijdens de proefperiode omdat deze gehandicapt, chronisch ziek of zwanger is.

Ook wanneer een medewerker via een payroll overeenkomst wordt ingeleend moeten bovenstaande regels omtrent ontslag tijdens proeftijd in acht worden genomen. Weten hoe dat precies zit? Neem gerust contact met ons op. Wij staan je graag te woord.

Deel dit artikel